maandag 15 april 2013

Op cursus

Ik hou van bladen. Van magazines. Maar ook van die andere blaadjes. Groene blaadjes. Sprietjes, mooi gekrulde bladeren, stevige harde stelen en alles wat daar tussen zit. Vooral als je ze kunt eten. Het liefst onbespoten en vers. Daarom wil ik zo graag een moestuin. Maar ja, op die kleine postzegeltuin van mij valt weinig te tuinieren. Dacht ik. Sinds zaterdag weet ik beter.

Op cursus
Ik volgde een workshop ‘De eetbare tuin’ via Eerlijke Kost, een website met ontzettend veel informatie over (h)eerlijk eten in Utrecht e.o. Luuk Schouten van Tuinderij Eyckenstein en Agnes Loooman van Agnes kruidentuin vertelden over de geheimen van moestuinieren. Dat het ook in bakken kon. Dat je helemaal geen grote tuin hoeft te hebben.

Bah, schimmels
Na dik twee uur theorie over geschikte grondsoorten, welke groente wel en niet bij elkaar gezaaid kunnen worden en heel veel enge schimmelziekten gingen we zelf aan de slag. We leerden hoe je het beste kunt zaaien. Dat het handig is om ieniemiene zaadjes eerst voor te zaaien.

Alles in de pot
Dat je knoflook gewoon in een pot kunt stoppen (weet alleen niet meer of je het sprietje van de knoflook onderin of juist naar de bovenkant in de pot moet). Dat een emmer groot genoeg is om een aardappel te poten. Dat je daar straks een maaltijdje aardappelen van krijgt. Dat je zelfs maïs in een pot kunt kweken. En pompoen. Dat je zevenblad niet weg hoeft te gooien, maar er heerlijk pesto van kunt maken.

De oogst
Aan het einde van de ochtend ging ik naar huis met 7 zaaibakken, een zakje pootaardappels, drie zakjes zaad en acht minipreitjes. Want per vier kunnen die gewoon in een pot. Op het terras van je postzegeltuintje.



Aan de slag
Inmiddels is alles gezaaid, liggen de aardappels onder een dikke laag bemeste aarde. In een pot. Staan de preisprietjes te pronken en heeft ook de knoflook een eigen pot gekregen.